Op initiatief van de minister bevoegd voor Leefmilieu Céline Fremault is het project van het onafhankelijke controleorgaan van de waterprijs door een ruime meerderheid van het Brussels Parlement op 15 december goedgekeurd. De goedkeuring markeert zo de laatste fase van de alomvattende hervorming van de watersector. Met het oog op transparantie en beter bestuur zal dit orgaan, net als wat er voor de elektriciteitssector is gedaan, voortaan bepalen of wijzigingen in de tarieven van exploitanten al dan niet gerechtvaardigd zijn. De Brusselaars verdienen een eerlijke prijs voor hun water.
Ter herinnering: de bevoegdheid inzake toezicht op de waterprijs door de Gewesten is relatief recent, aangezien ze opgetekend werd ter gelegenheid van de zesde Staatshervorming, die op 1 juli 2014 van kracht is gegaan.
Céline Fremault zag de regionalisering van deze bevoegdheid als een geschikte kans om de tariefwijzigingsaanvragen van de operatoren te objectiveren en te zorgen voor een transparant beslissingsproces en een echte objectivering van de kosten in verband met water.
De oprichting van dit orgaan is de laatste stap in de rationalisering van de watersector, die sinds het begin van deze legislatuur door minister Fremault wordt doorgevoerd:
• Oprichting van het coördinatieplatform voor de wateroperatoren en -actoren
• Instelling van het Comité van watergebruikers
• Screening van de boekhouding van de operatoren om de “reële kostprijs van het water” te bepalen
• Wijziging van de ordonnantie van 20/10/2006 om akte te nemen van de fusie van VIVAQUA en HYDROBRU
Céline Fremault verklaart: “De rationalisering van de watersector in Brussel, met name via de fusie of de onderlinge toenadering van de verschillende wateractoren, en de objectivering van de kosten voor het waterbeheer doorheen de volledige antropogene cyclus, waren absoluut noodzakelijk. Noodzakelijk om enerzijds in alle transparantie de prioritaire investeringen te kunnen identificeren die nodig zijn om de waterinfrastructuur in goede staat te bewaren, te onderhouden en verder te ontwikkelen, en anderzijds om de noden met betrekking tot de financiering van deze investeringen te kunnen bepalen”
Het is een zeldzaam en opmerkelijk feit dat de ordonnantie betreffende de oprichting van een onafhankelijke controleorgaan op de waterprijs onlangs unaniem door de Commissie Leefmilieu van het Parlement aangenomen is. De tekst zal BRUGEL namelijk aanduiden als onafhankelijk toezichthoudend orgaan voor de waterprijs, naar het voorbeeld van de “WaterRegulator” in Vlaanderen of het “Comité de Contrôle de l’eau” in Wallonië.
De keuze voor BRUGEL is ingegeven door de expertise inzake gereguleerde markten (elektriciteit en gas) die de instelling heeft verworven en door haar onafhankelijkheid, zowel ten opzichte van de sector als van de politiek.
De beslissing om deze opdracht toe te vertrouwen aan een instelling die over een onbetwistbare expertise inzake tariefbepalingsmethoden beschikt, zorgt voor schaalvoordelen en coherentie in het Brusselse institutionele landschap.
Om over alle informatie te kunnen beschikken die nodig is voor de uitoefening van haar nieuwe bevoegdheid zal BRUGEL haar opdracht beginnen met een gedetailleerde, externe en onafhankelijke audit van de wateroperatoren. Deze audit betreft alle gegevens waarover de wateroperatoren beschikken bij de verwezenlijking van hun openbare dienstopdrachten.
Voor 2020 zullen nieuwe tariefmethodologieën worden ontwikkeld om de kosten van water te beheersen, maar er is voorzien in een overgangsregeling tot 31 december 2019.
BRUGEL zal krachtens het besluit van de Regering van 3 december 2015 met het oog op het vaststellen van de werkelijke waterkostprijs zich voorlopig uitspreken over eventuele verzoeken tot wijziging van tarieven van een operator door zich op de financiële en boekhoudkundige gegevens te baseren die door de wateroperatoren gerapporteerd zijn.
Voorafgaand aan Brugel’s analyse van het verzoek tot tariefwijziging zullen de meerjarige investeringsplannen door Leefmilieu Brussel onderzocht worden op hun samenhang met de doelstellingen van het Waterbeheerplan en de Europese vereisten en zullen ze door de regering moeten worden goedgekeurd.
De expertise van BRUGEL inzake tariefbepaling, het toezicht dat dit orgaan mogelijk zal maken door de tariefvoorstellen van de wateroperatoren goed te keuren of te weigeren, maar ook het onderzoeken door Leefmilieu Brussel van de meerjareninvesteringsplannen, de adviezen van de verschillende adviesraden; dit zijn allemaal elementen die het goede bestuur in de sector zullen versterken.
“Deze verregaande hervorming, die een revolutie betekent voor de praktijken van de watersector in Brussel, was niet in het Regeerakkoord voorzien, maar is vandaag volgens mij broodnodig. Ik ben dan ook erg verheugd dat de volledige Regering zich achter deze hervorming heeft geschaard en mijn werkzaamheden de afgelopen 2 jaar ondersteund heeft”, besluit Céline Fremault.
