Welke maatregelen en initiatieven zijn er genomen om eigenaars aan te sporen om hun goed(eren) te verhuren ?
Er is in 2014 een studie uitgevoerd om het probleem van de leegstaande verdiepingen boven de handelszaken te onderzoeken, de moeilijkheden te identificeren en een catalogus met type-oplossingen voor te stellen. De type-oplossingen hebben concreet vorm gekregen in de vorm van praktische fiches die op de website “Brussel Huisvesting” beschikbaar zijn.
In 2017 is er een studie op mijn initiatief besteld en uitgevoerd bij het studiebureau ERU om zo de gemakkelijkst om te vormen ruimten alsook de technische oplossingen om dit te doen, aan te duiden. Hierbij is rekening gehouden met de technische en juridische moeilijkheden die onlosmakelijk met dit soort van projecten verband houden.
Er is ook een projectoproep gelanceerd om tot de omvorming van leegstaande verdiepingen boven handelszaken aan te sporen.
Op die manier zijn er 12 projecten ingediend. De selectie van de projecten door de Regering vond in november 2017 plaats. Er zijn 8 projecten weerhouden. Het aantal geplande woningen bedraagt 23. De projecten moeten tegen 31/12/2020 afgerond zijn. Het totaal voorbehouden budget om deze subsidies mogelijk te maken, bedraagt 658.809,57 euro. Deze operatie is een proefproject dat erop gericht is om de ervaring binnen dit complexe domein te verzilveren. Ze zal geëvalueerd worden en eventueel onder een andere vorm verlengd of verduurzaamd worden.
Kunt u het fenomeen van de leegstande verdiepingen boven handelszaken objectiveren ?
Het is heel erg moeilijk om de omvang van het fenomeen van de leegstaande verdiepingen boven handelszaken volledig te objectiveren, wat trouwens ook voor het fenomeen van de leegstaande woningen in het algemeen zo is.
Het is niet omdat een ruimte leegstaat dat het om een onwettige situatie gaat. Wij herinneren er in dit verband aan dat heel wat leegstaande ruimten boven handelszaken niet als woning vanuit stedenbouwkundig oogpunt beschouwd worden. De door de huisvestingscode voorziene inbreuk kan dan ook in deze gevallen niet toegepast worden.
Om een inbreuk te kunnen vormen, moeten de ruimten effectief voor huisvesting bestemd zijn en moet er een erkende leegstand van minstens een jaar vastgesteld zijn. Verschillende omstandigheden kunnen trouwens een opschorting van de boetes verantwoorden: vraag voor stedenbouwkundige vergunning of lopende werken, overmacht enz.
Wat de leegstaande verdiepingen boven handelszaken betreft, is de problematiek erg complex. Elke situatie moet geval per geval onderzocht worden: gaat het om een potentieel onwettelijk leegstaande woning of om een ruimte die legaal door de handelszaak toegevoegd is? Indien de toegang tot de verdiepingen, zoals vaak, opgeheven is, is dat dan wettelijk gebeurd? De aard en de omvang van het fenomeen van leegstaande verdiepingen boven handelszaken vatten, is dan ook extreem moeilijk.
Volgens de in 2014 gevoerde studie zouden tussen 3.400 tot 5.200 woningen in de leegstaande ruimten boven handelszaken gerealiseerd kunnen worden. Het gaat evenwel om een raming. Dit uitgedrukte potentieel houdt slechts rekening met de oppervlakte van deze geïdentificeerde lege ruimten en niet met de effectieve mogelijkheid van hun omvorming waarbij bijvoorbeeld met hun stedenbouwkundige bestemming, het bestaan van een afzonderlijke ingang, het akkoord van de eigenaar, enz. rekening gehouden wordt.
Laten we tot slot voor de volledigheid benadrukken dat de cel Leegstaande woningen van Brussel Huisvesting nauw met de Gemeenten samenwerkt om de leegstaande woningen, vooral die boven handelszaken, in een kadaster op te nemen. Zo zijn er subsidies voor een totaal budget van 300.000 € aan 11 gemeenten in 2017 toegewezen om gemeentelijke observatiecentra van leegstaande woningen te ontwikkelen. De doelstelling bestaat erin om verschillende opsporings- en analysemethodologieën op het terrein te testen. De evaluatie van deze proeven zou ons moeten toelaten om samen met de gemeenten instrumenten uit te werken om het fenomeen van leegstaande woningen, vooral boven handelszaken en in de handelskernen, beter te objectiveren en te bestrijden. De doelstelling voor 2018 bestaat erin om het aantal gemeentelijke observatiecentra van 11 naar 12 te laten stijgen.
Kunt u een beeld schetsen met de 3 stedelijke gebieden die het meest met deze problematiek te maken krijgen?
Gelet op de afwezigheid van het globale en nauwkeurige kadaster over het hele grondgebied van het Gewest, kan een dergelijke tabel niet geproduceerd worden.